- De Nederlandse staat en energiebedrijven die verantwoordelijk zijn voor de gaswinning in Groningen hebben, hebben een ‘ereschuld’ aan de inwoners van de provincie.
- De parlementaire enquêtecommissie die onderzoek deed naar de gaswinning vindt dat er fors meer geïnvesteerd moet worden in de provincie.
- Het belang van de inwoners van Groningen is structureel genegeerd.
- Lees ook: Belasting op grondstoffen moet omhoog, bepleit club van ruim 30 bedrijven en organisaties die circulaire economie willen versnellen
Het kabinet én de Nederlandse Aardgas Maatschappij (NAM) hebben een ereschuld aan Groningers te betalen. Dat is een van de belangrijkste aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie. De adviezen moeten ertoe leiden dat de situatie van inwoners van het aardbevingsgebied verbetert. Zij hebben immers de lasten ondervonden van de decennialange gaswinning waar Nederland juist aan verdiende.
“Boven alles” staat de morele verplichting van het kabinet om zijn eigen belofte na te komen: uiterlijk 2024 moet het Groningenveld echt dicht. De commissie zegt ook dat de NAM eigenlijk zijn claim moet laten vallen op het gas dat nog in de Groningse bodem zit. Daarover loopt momenteel nog een arbitragezaak.
Daarnaast moet er veel meer geld naar de regio, vooral voor toekomstperspectief. Het leef- en vestigingsklimaat moet worden verbeterd, en er moet meer politieke en maatschappelijke aandacht voor de regio komen. Partijen die decennialang hebben geprofiteerd van de gaswinning, moeten Groningen kortom “netjes achterlaten”.
Belangrijk is verder dat de schadeafhandeling “milder, makkelijker en menselijker” moet. Het kabinet liet eerder al doorschemeren ook die kant op te willen. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) moet meer wettelijke mogelijkheden krijgen, prioriteiten stellen en veel coulanter met schadeclaims omgaan. De commissie laakt de “zwalkende versterkingsaanpak”, waarover Groningers nu echt duidelijkheid moeten krijgen.
Om te voorkomen dat in de toekomst grote projecten leiden tot rampzalige gevolgen voor inwoners van een gebied, doet de commissie verder belangrijke aanbevelingen over de controle op dat soort projecten. Zowel de positie van de toezichthouder als die van de Tweede Kamer moet steviger worden. Ministeries moeten beter op het publieke belang letten.
Bij nieuwe ondergrondse activiteiten, waaronder ook duurzame energieprojecten vallen, moeten betere afspraken worden gemaakt, raadt de commissie aan.
Staat, Shell en ExxonMobil negeerden belang inwoners Groningen
Energiemaatschappijen en de Staat hebben de belangen van inwoners van het bevingsgebied in Groningen structureel en stelselmatig genegeerd. Decennialang was vooral de opbrengst van het gas in de Groninger bodem doorslaggevend, concludeert de parlementaire enquêtecommissie die de aardgaswinning in Groningen onderzocht.
De gaswinning was zo "succesvol en lucratief" voor zowel de overheid als de oliebedrijven Shell en ExxonMobil, dat er voor de nadelige effecten en risico’s voor de Groningers "amper oog" was. In plaats van de grote financiële belangen werd ten onrechte steeds het belang van de leveringszekerheid van gas benadrukt, "terwijl dit met actief beleid is te beïnvloeden". De commissie spreekt van "een rookgordijn" en noemt dat "zeer kwalijk".
Maar die financiële belangen waren jarenlang expliciet doorslaggevend, terwijl het belang van veiligheid consequent ondergeschikt werd gemaakt. Pas na een uitspraak van de hoogste rechter in 2017 passen de verantwoordelijke partijen "enige vorm van het voorzorgsbeginsel" toe.
Vooral de recordwinning in 2013, "zo kort na de zware aardbeving bij Huizinge in 2012", laat zien dat de veiligheid nooit voorop stond. De overheid en de oliemaatschappijen zijn vooral bang "om in te grijpen terwijl dat in hun ogen niet strikt noodzakelijk is". Het beleid van oud-minister Henk Kamp dat tot de recordwinning leidde, wordt in Groningen als uiterst pijnlijk ervaren. Maar de betrokken partijen, waaronder de Staat en de oliemaatschappijen, waren juist "uiterst tevreden over de koers die in 2013 is gevaren".
Uiteindelijk duurde de onveiligheid "onacceptabel lang", en werd pas in 2018 besloten om de gaswinning helemaal af te bouwen. Dat besluit was op zijn minst deels ook ingegeven door financiële motieven, stelt de commissie. Het kabinet deed dat "mede vanuit de veronderstelling dat de kostbare versterkingsoperatie daarmee veel kleiner gehouden kan worden.